David met de harp | beelden orgel Bovenkerk Kampen
Begin februari ‘23 was de Bovenkerk één weekend toegankelijk voor publiek. Bijzonder, aangezien de kerk juist de eerste weken van het jaar gesloten was vanwege restauratiewerkzaamheden aan het gewelf. De gewelven werden gerestaureerd, omdat het risico bestond dat loszittende delen hieruit op het orgel zouden vallen. Aangezien er vijf prachtige beelden op het orgel staan, werden deze tijdelijk gedemonteerd en opgesteld in de kerk. Iedereen die dit wilde kon de beelden begin februari van dichtbij bekijken. Met plezier heb ik dat ook gedaan. Daarbij vielen mij enkele zaken op die ik graag wil delen.
18e-eeuwse context
De beroemde orgelbouwer Albertus Anthoni Hinsz (1704-1785) kreeg in 1741 de opdracht van het Kamper stadsbestuur om het bestaande orgel te restaureren en uit te breiden, zo valt te lezen in de brochure die Kasper Haar bij de tijdelijke expositie maakte. Het orgel kreeg een nieuwe kas en voor de nieuw te vervaardigen beelden en ornamenten werd de Groningse beeldsnijder Casper Struiwig (1698-1747) benaderd. Op 12 december 1742 tekende hij voor de werkzaamheden. Van zijn hand is dus de tentoongestelde groep, bestaande uit twee vrouwen met muziekinstrumenten, twee kinderen met trompet en koning David met harp.
De beelden zijn uit hout gesneden en wit geschilderd. De delen die zich nu voordoen als houtkleurig, waren verguld. Resten van dat verguldsel zijn nog goed waarneembaar. De vrouwenfiguren hebben de hoogte van een flinke vrouw, de kinderen zijn ongeveer half zo groot. Koning David is meer dan manshoog. Opvallend zijn de grote verschillen binnen de beeldengroep: David is goed van proportie, heeft verfijnde gelaatstrekken en is glad afgewerkt. Zijn kleding is op plastische wijze om het lichaam gedrapeerd. De andere figuren zijn grof, zowel van vorm, gezichtsuitdrukking als afwerking.
Het oog wordt dus vooral getrokken naar de grote mannenfiguur, die ook de meest prominente plaats binnen de orgelkas inneemt: hoog bovenin, in het midden en iets naar voren geplaatst. Maar welke David zien we hier eigenlijk? Vanuit de Bijbel kennen we hem in meerdere hoedanigheden: als schaapherder, muzikant en schrijver, dappere strijder, koning van Israël, voorvader van Jezus en berouwvolle zondaar. Op orgels staat hij vaak afgebeeld, met citer of harp, omdat hij wordt beschouwd als de beschermer van muzikanten en zangers. Ook deze David past in dit plaatje, met zijn muzikale metgezellen en in combinatie met de gemeentezang die vanaf de Reformatie de Bovenkerk vulde.
Toch volstaat dit beeld niet helemaal. Want hoe overtuigend is deze weergave van de musicerende David? Hij zit niet, maar hij staat. En hoewel zijn vingers de harp lijken te bespelen, zal het muziek maken ernstig bemoeilijkt worden doordat het instrument verder niet wordt ondersteund. De kroon op het hoofd maakt duidelijk dat David hier tevens als koning wordt geportretteerd. Zijn gespierde benen tonen kracht en zijn blik is vriendelijk, maar ook alert. We zien hier een koning die oplet en in actie kan komen wanneer dat nodig is. Zijn contraposthouding, het volle gewicht steunend op één been terwijl het andere ontspannen is, doet zelfs denken aan de standbeelden voor keizers uit de Romeinse tijd. De witte kleur van het beeld en de vele draperieën versterken deze suggestie. In de 18e eeuw waren beelden naar het voorbeeld van de klassieken zeer populair, dus het is goed mogelijk dat Struiwig deze connectie bewust gelegd heeft.
Behalve een muzikant en een koning, toont de David van Struiwig ons dus een strijdvaardige heerser, eentje die ons zelfs doet denken aan de grote machthebbers uit de Romeinse geschiedenis. Wellicht vormt zijn beeltenis wel een voorafbeelding van Christus, de ultieme vorst die immers uit de familie van David zou voortkomen.
Tot zover mijn beschouwingen. Binnenkort worden de beelden weer op het orgel gezet. Dan zal David zijn toppositie in de orgelkas weer hebben ingenomen. En terecht!